gezonde twijfel

De geschiedenis van de filosofie is ook de geschiedenis van de twijfel. We kennen bijvoorbeeld de socratische twijfel – niets is zeker behalve de wetenschap dat we niets zeker weten – en de methodische twijfel van Descartes, die het als vertrekpunt neemt om tot zijn onbetwijfelbare zekerheden te komen en daarmee, wat mij betreft, toch vooral een twijfel voor de bühne is.
In de marge van het klassieke Griekse denken staat de ´academische twijfel´ van de zogenaamde sceptici. Zij ontkennen de mogelijkheid tot iedere zekere kennis, daar is de twijfel zowel vertrek- als aankomstpunt.

Als de ´grondlegger´ van het scepticisme wordt gewezen naar de Griekse filosoof Pyrrho van Elis (ca 360-270 v.o.j.). In ´Pyrrhonism: How the Ancient Greeks Reinvented Buddhism´ maakt Adrian Kuzminski er een kwestie van deze Pyrrho en met name zijn erfgenaam Sextus Empiricus (ca 160-210) aan de ene kant af te schermen van deze academische sceptici en aan de andere kant een verbinding te leggen met het boeddhistische, en dan met name het Madhyamaka-denken.

Pyrrho is in de tweede helft van de vierde eeuw in het gevolg van Alexander de Grote naar India getrokken en heeft daar kennis gemaakt met de ´gymnosofisten´, de ´naakte filosofen´, en de ´wijzen´, vertelt ons Diogenes Laertius. Daarmee lijkt het meer dan waarschijnlijk dat Pyrrho in aanraking is gekomen met het Vedische en het boeddhistische denken. Ik twijfel er niet aan dat Pyrrho is beïnvloed door die wereld, hoe zou dat anders kunnen zijn? Hoe die invloed precies uitpakt, daar wordt over getwist, net zoals al sinds jaar en dag gestreden wordt over de algemenere kwestie van een beïnvloeding – over en weer – tussen het Griekse en Indische denken. De scepsis overheerst.

Pyrronisme maakt een onderscheid tussen dat wat evident en dat wat niet evident is en stelt dat we ons leven moeten inrichten volgens dat wat evident is en niet volgens dat wat niet evident is. Een leven dat op die manier is ingericht leidt tot ataraxia, een toestand van rust, een onverstoorbaarheid in de meanderende loop van het leven.

Evident is dat wat ‘natuurlijk’ is, dat wat zich aan ons presenteert zonder dat we daar enige vorm van invloed op hebben. Evident is bijvoorbeeld de blauwe lucht, in ieder geval voor iemand met een normaal gezichtsvermogen, of het beeld van een geliefde dat zich onwillekeurig mentaal in ons vormt wanneer iemand haar of zijn naam uitspreekt. Deze fenomenen zijn werkelijk. Ze verwijzen niet naar een werkelijkheid in of achter de fenomenen. Wat werkelijk is is wat verschijnt, zonder meer, en wat verschijnt is werkelijk, zonder meer.

Waar het pyrronisme vervolgens een probleem van maakt, is het ‘met meer’. Voor zover we aannamen doen over niet evidente dingen zegt het dat er geen definitieve oordelen te geven zijn. We kunnen ze alleen onder opschortende voorwaarde(n) laten gelden. Zodra we dat wat ons door onze zintuigen en bewustzijn onmiddellijk is gegeven gaan ‘bewerken’, gaan beoordelen en daarover oordelen gaan vormen, verlaten we het domein van het evidente en betreden we dat van het niet-evidente.

Je zou het pyrronisme de leer van het opschortende oordeel kunnen noemen, of van het niet-oordeel omdat voor iedere claim die verder reikt dan dat wat ons onmiddellijk is gegeven geldt, dat vroeg of laat valide argumenten voor het tegendeel gegeven kunnen worden.

Er zijn alleen verschijningen, zegt de pyrronist, en vanaf het moment dat je niet meer veronderstelt dat achter die verschijning een echte realiteit ligt, dat die verschijning een verschijning van iets is, wordt de idee van een illusie een onzinnige idee. Onze zintuigen kunnen ons dan ook niet meer bedriegen, want de verschijningen verschijnen zoals ze verschijnen.
Er is wel bewustzijn, maar er is geen subject dat een bewustzijn heeft. Zoals een zekere continuïteit in de verschillende zinnelijke verschijningen van een appel geen rechtvaardiging is voor het aannemen van een essentie/substantie ‘appel’, zo kan een zekere continuïteit in waarnemingen, gedachten, ervaringen geen rechtvaardiging zijn voor het postuleren van een subject/ziel/ik dat bestaat buiten die ervaringen, dat die ervaringen bezit. Er is geen reden om aan te nemen dat de ervaringsgegevens, bijvoorbeeld van een rode zoete appel, in het ene bewustzijn wezenlijk verschillen van de ervaringsgegevens ‘rood’ en ‘zoet’ in een ander bewustzijn. Die onwillekeurige ‘directheid’ van de verschijningen waarmee ze zich aan ons voordoen, is ‘dwingend’ genoeg om ons door het leven te leiden. Meer hebben we niet nodig, alle meer leidt tot onnodige onrust.

Een van de meest gehoorde argumenten tegen een directe invloed van het Indische op het Griekse denken, is het ontbreken van meditatietechnieken die zo kenmerkend zijn voor de Indische wereld. We kennen geen enkele afbeelding van een Griek in de lotushouding. Van Pyrrho wordt zelfs gezegd dat hij, al dan niet in navolging van de Indische wijzen, graag zwervend door het land trok, tweegesprekken met zichzelf voerend.

Maar wanneer je probeert je een voorstelling te maken van wat het betekent je bij het evidente op te houden en het niet-evidente te vermijden, en daarmee het oordelen steeds op te schorten, dan geeft dat een goede beschrijving van wat wij ‘mindfulness’ (een begrip direct afkomstig uit de boeddhistische traditie) noemen. ‘Mindful’ zijn betekent de juiste houding aannemen. Dat kan zittend, liggend of lopend, dat maakt zo verschrikkelijk veel niet uit.

Een van de belangrijkste overeenkomsten tussen het pyrronisme en Madhyamaka-boeddhisme ziet Kuzminski in het ‘dialectische spel met de logica’:

Far from seeing self-contradiction as a defining mark of incoherence and nonsense, or as some kind of mysterious referent, Phyrrhonism and the Madhyamaka use contradictions … as performative acts that, by their very absurdity, occasion a logic-defying liberation which cannot be characterized in any other way. (64)

Dit spel van de wijze met de logica (dat herinnert aan dat wat Colli de ‘authentieke dialectiek’ noemt) kan door de laatste nooit gewonnen worden omdat die is gebonden aan haar eigen regels. De logica moet worstelen met handboeien om en toont zich een slecht verliezer door Pyrrho, net als bijvoorbeeld Nagarjuna en Zhuangzi een radicaal scepticus, een nihilist te noemen. In alle gevallen is dat ten onrechte omdat de soteriologische grondslag van deze perspectieven niet wordt (h)erkend. Er heersen nog steeds veel misverstanden.

Kuzminski legt de nadruk op het soteriologische karakter van zowel de Madhyamaka-leer – dat doet hij met recht – als de filosofie van Sextus. Doet hij dat laatste met evenveel recht, vraagt een kritisch en ter zake van Sextus deskundig recensent zich af.

Sextus’ sceptic philosopher belonged to this world; the followers of Madhyamaka strived to liberate themselves from it. If Pyrrhon held the same views as Sextus in these matters, he must have missed or rejected a fundamental element of what the Indian gymnosophists may have taught him. (Jerker Blomqvist)

Ik vrees dat Jerker Blomqvist een fundamenteel punt in het Madhyamaka boeddhisme mist of verwerpt.
Sextus was een arts, zegt hij, die leefde en heelde in deze wereld. Deden de boeddha en Nagarjuna iets anders? Sextus was inderdaad een arts en wist dus van het laxeermiddel dat én de kwaal én het medicijn laat verdwijnen. Het sceptische onderzoek is het medicijn tegen onze geestelijke constipatie, veroorzaakt door een drang tot het epistemologische en ontologische funderen van kennis, betekenis en moraal. Een speculum, zo gezegd, tegen het speculeren, dat laat zien dat ons praktische weten, ons normale taalgebruik en ons normale praktische handelen goed uitkomen zonder al die fratsen. De wereld is niet(s) anders dan zoals we haar waarnemen, onze persoonlijke identiteit is niet(s) anders dan een samenhangend geheel van ervaringen en mogelijkheden, moraal en betekenis zijn niet(s) anders dan in hun sociale, conventionele gebruik, oorzakelijkheid is niet(s) anders dan als regulariteit. Er zijn geen onbetwistbare zekerheden te formuleren, niet langs het pad van de socratische twijfel, niet langs het pad van de methodische twijfel. Sextus, het pyrronisme kiest voor de gezonde twijfel en dat is een middenweg. Dat formuleert geen derde dogma maar wijst naar een leven dat werkt zonder dit soort grondingen.

Madhyamaka boeddhisme is geen eenvoudig, achtvoudig of -tigvoudig pad naar een andere wereld. Madhyamaka is de middenweg, dat wil zeggen: noch de weg naar een – niet te rechtvaardigen – aanname over een werkelijkheid  die achter de fenomenen ligt, noch de weg naar de ontkenning van enig mogelijke (ervarings)kennis. Het is in zijn kern het inzicht in de leegheid (sunyata), de non-substantialiteit van de fenomenen. Het bevrijdt door te laten zien dat deze wereld een andere wereld is dan waarvoor we haar houden. Eenvoudige mensen denken een meervoudige wereld te zien, daar waar Nagarjuna in navolging van de boeddha leert dat die wereld geen andere wereld is dan een fenomenale wereld, een wereld van elkaar in verschijning brengende verschijningen. Nagarjuna leert niet de weg die weg van deze wereld leidt, maar de bevrijding van een (onjuist) oordelen over, van een verkeerd perspectief op die wereld. Samsara, de wereld gezien vanuit het onjuiste oordelen, is nirvana, de wereld als de oordeelvrije ervaring van verschijningen, zegt Nagarjuna. Dat inzicht betekent niet de bevrijding van deze wereld, maar juist de bevrijding tot deze wereld. Het onjuiste perspectief op de wereld veroorzaakt lijden, het juiste perspectief op de wereld maakt een einde aan het lijden. Dat is waar het Nagarjuna, in navolging van de boeddha, om gaat. Opheffen van lijden betekent rust, betekent onverstoorbaarheid in de meanderende loop van het leven. En zoals voor Sextus het sceptische geen nieuw dogma wordt, zo zegt Nagarjuna dat degene die van leegte een nieuw dogma maakt, niet meer te redden is. Nagarjuna zegt met de grootst mogelijke nadruk dat hij geen oordelen, geen filosofie biedt.

Pyrrho, de sceptici die maar steeds hun oordeel opschorten, maken zich er in onze ogen wel erg eenvoudig van af, door geen standpunten in te nemen, daar waar van ons, in onze complexe moderne, postmoderne, poll-moderne wereld voortdurend om een standpunt wordt gevraagd over zo´n beetje alle mogelijk denkbare vraagstukken. Als je ’s morgens de krant openslaat/aanzet, word je uitgedaagd om je mening te geven over de laatste politieke roddel; als je de mail opent wil het bedrijf waar je eergisteren niets aan hebt gevraagd, weten of de service in orde was, en als je aan het eind van de dag naar huis rijdt vraagt een sticker op het taxibusje voor je of je alsjeblief klachten over de rijstijl van de chauffeur even wil doorbellen. En dat zijn dan nog maar de eenvoudige kwesties. ’s Avonds kijk je, om je minder eenvoudige oordelen aan te scherpen, nog even naar een uitzending van Poll & Wijzeman. Dan pas leggen we ons te rusten.

Uit het beeld dat Diogenes Laertius van Pyrrho schetst blijkt dat hij in ieder geval een leven in eenvoud leefde, een niet oordelend leven. Dat is, gelet op de respectabele leeftijd die hij heeft bereikt, ook een gezond leven, een leven op basis van een gezonde twijfel geweest. Zoveel lijkt, voorlopig, zeker.

Aanbevolen:

  • Adrian Kuzminski:
    Pyrrhonism: How the Ancient Greeks Reinvented Buddhism