mannen met baarden

Ik ben opgegroeid in een katholiek nest, niet te strikt en niet te streng, maar ik moest wel tot mijn tiende, elfde jaar iedere zondagmorgen naar de kerk.
Dat was nog in de eindtijd van de Grote Sekse Segregatie, want de jongens zaten, net als op school, nog bij elkaar, in een zijbeuk, in wat we de jongenskapel noemden. Daarmee zat je een beetje uit het zicht van de pastoor. Dat had verder als voordeel dat je niet met zweethanden en knikkende knieën naar binnen kwam, want de meisjes zaten daarvoor te ver weg, aan de overkant, in wat we de meisjeskapel noemden. We waren wel altijd op tijd. Over het altaar, tussen de misdienaars door, kon je ze op je gemak bespieden en zo wilde de tijd van de voorbeden via de eerste en de tweede lezing naar de heilige communie nog wel eens net iets sneller dan in een eeuwigheid voorbij gaan.

glas-koor3

Achter en boven ons stonden, afgebeeld in vier glas-in-lood ramen, de vier evangelisten Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes. Mannen met dezelfde baarden zijn mannen met hetzelfde verhaal. Dat evangelie had ik snel  geleerd.

Ik wist toen natuurlijk ook al dat er geen vier maar twaalf apostelen waren, maar de vraag waarom die andere acht zich niet de moeite hadden genomen hun verhaal te doen, kwam niet in me op, daar in die jongenskapel, starend naar de overkant. En als dat wel het geval was geweest, had ik waarschijnlijk genoegen genomen met een zelf gevonden antwoord als ‘ze zullen wel geen lezen en schrijven hebben geleerd want het waren allemaal heel gewone mensen’. En ik zou gedacht hebben: het is maar goed dat het bij die vier is gebleven, want anders zouden we nu vast nog een derde, vierde en vijfde lezing hebben gehad.

Toen ik rond mijn tiende, elfde jaar zelf mocht beslissen, had ik daar geen tel voor nodig. De zondagen zouden tot in eeuwen der eeuwen vrij zijn, van mij zijn. Ik was ongelovig en vrij. Dat denk je dan, dat geloof je dan.

Meer dan veertig jaar duurt vervolgens mijn dogmatische slaap. Tot ik o.a. van de Nag Hammadi vondsten hoor en van het evangelie van Thomas. Dat begint zo:

En hij zei:
Iedereen die de betekenis van deze woorden vindt,
zal de dood niet smaken. (logion 1, vert. Bram Moerland)

Dan ben ik verkocht. Dat is een belofte die alle wijsheid doet. Dat heeft met de traditionele christelijke belofte van het eeuwige leven en de wederopstanding niets van doen. Dat heeft ook met ´transhumanisme´ en ´posthumanisme´ – hoe verzin je zoiets!, ligt de erfzonde dan niet aan het begin maar aan het einde van de wereld? – allemaal niets van doen.

Het evangelie van Thomas leert je de weg naar de ´Christus-natuur´ te vinden, en die weg is de weg naar binnen:

Maar, het koninkrijk is in je hart
én in je oog.
Als je jezelf kent,
dan zul je ook gekend worden,
en je zult beseffen
dat ook jij een kind bent van de levende vader. (logion 3, vert. Bram Moerland)

thomas6Het evangelie van Thomas leert dat het koninkrijk zich op aarde, in ieder van ons bevindt. Dat we, in de woorden van Moerland, onze persoonlijke natuur kunnen herenigen met onze Christus-natuur. Die hereniging is, in mijn woorden, een sterven voor de dood, een opnieuw geboren worden in een leven dat alleen nog maar leven kent. Wedden dat Thomas een kin zo glad als van een zevendaags kind had?

Ik ga nog steeds niet naar de kerk en hou dat graag zo.
Wel ter communie. Tot in eeuwen der eeuwen.