Christenen trekken naar Lourdes en Santiago, moslims naar Mekka en Medina, boeddhisten naar de Bodhi-boom en advaitin naar de Arunachala berg.
Mensen zoeken beleving, bezinning, inspiratie, ontmoeting. Dat doen ze niet alleen in een godsdienstige context. Ze trekken ook naar Sils-Maria, naar Salzburg, naar Aix-en-Provence, naar de ´ongerepte´ natuur, overal waar grote inspiratoren hun voetafdrukken hebben achtergelaten. Die plaatsen krijgen een bijzondere betekenis, worden op de een of andere manier heilige plaatsen. Zelf ben ik afgelopen weekeinde naar de Mark Rothko tentoonstelling gaan kijken, omdat ik het werk van deze kunstenaar, die een leven lang naar betekenis en bezieling heeft gezocht en in zijn werk daarvan getuigenis heeft afgelegd, nu ook fysiek wilde beleven. Ook dat is een soort van bedevaart, en ook het Haagse gemeentemuseum is een soort van tempel, in dit geval een zonder deugdelijke parkeervoorziening.
Daar is natuurlijk helemaal niets mis mee. Maar vanuit een non-duaal perspectief is er maar één heiligdom: dat is je zelf. De enig echte bedevaart is de weg naar binnen en die weg kan nooit een platgetreden weg zijn omdat die weg nergens toe leidt. Dat is een weg die alleen je zelf kan gaan. En daar, aan het eind van die weg, daar waar het wonder zich aan je zelf voltrekt: daar bouw je een tempel die tegelijkertijd de tempel van ons allemaal is.