ont-roering

Meister Eckhart ontroert. Ont-roert. Ont-reurt: hij brengt de reuring, de beweging van de wereld tot stand.

Onvermoeibaar, in eindeloze variaties, vrij van iedere drang tot decoratie en met de exemplarische ´monotonie´ die iedere ´grote stijl´ kenmerkt, cirkelt Eckhart rond zijn thema: de geboorte van God in de ziel. Wie eenmaal die toon heeft opgevangen, herkent die uit duizenden. Het oude en nieuwe testament, de heidense en de heilige leermeesters zijn voor Eckhart als een echoput van die boodschap. Zijn preken zou je kunnen zien als een yoga-oefening met Bijbelteksten: in het buigen naar zijn veer rekken en strekken ze ten langen leste moeiteloos in de gewenste richting. De preken eindigen zonder uitzondering met ´Amen´, dat zoveel betekent als ´zeker, het is zo´of ´het zij zo´. In die zekerheid raken we hoe langer hoe meer ontspannen, komen we steeds meer tot rust.

Dat wat de wereld in gang houdt, is dat wat de wereld tot stand brengt. De plek waar dat gebeurt is dat meest innerlijke, diepst gelegen deel van de ziel; daar waar het naar buiten gerichte kennen niet meer kan doordringen, maar waar het wel zijn oorsprong vindt. Dat is de plek die niet meer van onszelf is maar waarin we desondanks meer eigenlijk zijn dan waar dan ook.

Al haar verrichtingen naar buiten toe zijn aan een middel gebonden [zintuigen, geheugen, wil]. Maar in het zijn is geen verrichting, want de krachten waarmee zij werkt vloeien weliswaar uit de grond voort, maar in de grond is het middel zwijgen, hier is enkel rust en een woonstee voor deze geboorte en voor dit werk … want het zwijgen is voor niets anders ontvankelijk dan voor het goddelijke zijn, zonder enige bemiddeling. 

Wat is leven? Gods zijn is mijn leven. Is mijn leven Gods zijn, dan moet Gods zijn mijn zijn zijn en Gods wezenheid mijn wezenheid, niet meer en niet minder. ….. Alleen zij die aan niets gelijk zijn zijn aan God gelijk. Goddelijke wezenheid is aan niets gelijk, want daarin bestaat  beeld noch vorm. 

Daar waar beeld noch vorm bestaat, bestaat niets. Het niets is de oorsprong, de grond, het begin en het einde van de dingen.

… deze grond is enkelvoudige stilte, die in zichzelf onbeweeglijk is, en door deze onbeweeglijkheid worden alle dingen bewogen …

Niets ont-reurt meer dan die stilte die het niets is. Niets ont-roert meer dan het niets. Niets ontroert meer dan het niets:

Onderweg, toen ik hiernaartoe moest gaan, bedacht ik dat ik eigenlijk niet wilde gaan, omdat ik uit liefde vast in tranen zou uitbreken.

jellema

vertaling C.O. Jellema

Tijdens het schrijven aan dit bericht, bedacht ik dat ik het eigenlijk niet wilde laten gaan, vreesde ik dat ik het niet kon laten gaan, omdat ik uit ont-roering vast stil zou vallen.

 

Aanbevolen:

  • C.O. Jellema:
    Meister Eckhart – Over God wil ik zwijgen Preken en Traktaten